Koop de mosselen bij voorkeur op de dag van bereiding. Bewaar de verse mosselen (in de verpakking) in de koelkast. Het is belangrijk om aangeschafte mosselen thuis goed te controleren en schoon te maken. Het kan namelijk zijn dat de buitenkant van de schelp stukjes ’gruis’ loslaat. Spoel de mosselen daarom allereerst goed af onder koud stromend water en boen eventuele vuile schelpen schoon. Mosselen die kapot zijn, gooi je weg. Om te controleren of de mosselen waarvan de schelp een stukje openstaat nog goed is, tik je de mossel even tegen het aanrecht. Als het goed is wordt de mossel ’wakker’ en sluit de schelp daarna vanzelf. Mosselen die naar een paar minuten nog steeds niet dichtgaan, gooi je alsnog weg.
Was de peterselie en de groenten en snijd ze heel fijn. Verhit een klont boter in een mosselpan en fruit het gesnipperd uitje op middelhoog vuur. Voeg de prei ringetjes, de stukjes bleekselderij en een handvol fijngesneden peterselie toe en fruit die 2 minuten. Schep alles af en toe om.
Doe de mosselen in de pan, voeg een ruime kop water toe. Leg er een deksel op en zet het vuur hoog en breng het geheel aan de kook. Schud de pan tijdens het koken een paar keer af en toe om, zodat alle mosselen gaar worden. Terwijl je het deksel er stevig opdrukt. Laat de mosselen maximaal vijf tot zeven minuten koken.
Voeg op het laatst paneermeel (om het mosselvocht te binden) en een flinke klont boter (in kleine stukjes) toe. Hierdoor worden de mosselen extra romig ! Schud de pan omnieuw en laat alles nog 1 minuutje koken. Als de schelpen openstaan zijn de mosselen gaar. Peper en zout naar smaak toevoegen.
Mosterdsaus: 6 eetlepels mayonaise, 2 eetlepels zure room, 2 eetlepel grove mosterd, sap van halve citroen en een halve theelepel suiker. Meng alle ingrediënten goed door elkaar en breng de saus op smaak met versgemalen peper en zout.